Waar aan de Turfsingel het gloednieuwe Dudok aan het Diep in korte tijd is uitgegroeid tot een bruisende ontmoetingsplek, staat op een paar meter afstand het voormalige Heerenhuis er al jaren troosteloos en verlaten bij. De PvdA Groningen maakt zich zorgen over het groeiende aantal leegstaande panden in de stad en wil dat de gemeente deze panden niet laat verrotten.
“De transformatie van plekken als Dudok, het A-Kwartier en de Grote Markt laten zien hoe waardevol ingerichte openbare ruimte en actieve invulling van vastgoed kunnen zijn voor het leven van Groningen,” zegt Rico Tjepkema, raadslid van de PvdA. “Maar het contrast met panden zoals Het Heerenhuis is pijnlijk.”
Het Heerenhuis sloot vijf jaar geleden haar deuren en is sindsdien meerdere keren van eigenaar gewisseld. Wat ooit een levendige plek was met een café, restaurant en zalencentrum, is nu een doorn in het oog van de buurt. Het pand verloedert, de omgeving eromheen ook. Dat is het resultaat van speculatief gedrag door beleggers die niets met de stad op hebben.
We willen dat Groningen een zogenoemde leegstandverordening invoert, zoals in steden als Amsterdam, Utrecht en Arnhem al gebeurt. Daarmee krijgt de gemeente instrumenten in handen om langdurige leegstand van woon- en bedrijfsruimtes aan te pakken, bijvoorbeeld via een meldplicht of door boetes.
We kunnen het ons niet veroorloven dat panden jarenlang leeg blijven terwijl we midden in een wooncrisis zitten en lokale ondernemers staan te springen om ruimte. Leegstand tast de leefbaarheid aan, werkt overlast en criminaliteit in de hand en is zonde van de potentie die onze stad heeft.
De PvdA heeft het stadsbestuur schriftelijke vragen gesteld over het langdurige verval van Het Heerenhuis en de mogelijkheden om structureel leegstand in de stad tegen te gaan. Daarbij wordt ook gevraagd naar de koppeling met het komende Volkshuisvestingsprogramma.