Toen Suze Groeneweg in 1918 als eerste vrouw in de Tweede Kamer kwam, was er nog geen vrouwentoilet. Speciaal voor haar werd een apart klein kamertje geïnstalleerd. Toen in ons nieuwe stadhuis in 2022 een meerderheid van vrouwen kwam, was er ook geen vrouwentoilet. Hier zijn nu genderneutrale kleine kamertjes die toegankelijk zijn voor iedereen. Emancipatie zit m in de kleine dingen, ook in het kleine kamertje.
De emancipatiestrijd is een eeuwenlange strijd die ook in Groningen hard gestreden is, en nog steeds gestreden wordt. Van de zeven eerste vrouwelijke Tweede Kamerleden kwamen er maarliefst twee hier vandaan. Agnes de Vries-Bruins was een van hen, en het begon voor haar hier, als een van de eerste drie Groningse vrouwelijke raadsleden. Nu zijn we met veel meer dan drie, en ons college bestaat zelfs uit 5 vrouwen. Maar daarmee zijn we er nog niet. Maandag bijvoorbeeld werd bekend dat de loonkloof tussen mannen en vrouwen nog steeds 13% is. Daarom blijven we strijden voor een betere toekomst. Die toekomst werd tijdens de tweede feministisch golf door Joke Smit verwoord in een van mijn favoriete feministische liederen:
Er is een land waar vrouwen willen wonen, waar onrecht niet als een natuurgegeven wordt beschouwd. Waar niemand wint ten koste van een ander. En niet vanzelf een man de leiding houdt.
Waar dit lied enkel over de emancipatie van vrouwen gaat, gaat de strijd verder dan dat. Want discriminatie, of het nu is vanwege gender, huidskleur, leeftijd, klasse of seksualiteit, is geen natuurgegeven. Armoede is geen natuurgegeven. Kansenongelijkheid is geen natuurgegeven. En daarom sta ik hier. Om op te komen voor mbo studenten, kunst en cultuurmakers en dak- en thuisloze mensen. Om laaggeletterde mensen mee te laten doen, om van inspraak naar meepraten te gaan en om de gezondheidskloof te dichten. Niet omdat ik een mooie origin story heb, niet voor mezelf, maar voor anderen. En dat is wat voor een gemeenteraadslid ik wil zijn en hoe jullie mij de komende jaren gaan leren kennen. Als een raadslid dat onrecht niet als natuurgegeven beschouwd. Als een raadslid dat actie voert, de strijd aangaat. Als een raadslid dat mét de Groningers werkt aan een betere toekomst.
En daarbij sta ik, staan wij, op de schouders van reuzen. Op die van Agnes de Vries-Bruins, Joke Smit en een ieder die met hen meestreed. Maar iedere reus is ooit klein begonnen. Dit geldt voor ons als gemeenteraadsleden, maar ook voor kunstenaars, de makers die ons plezier geven, samen brengen, laten denken over het leven. En dat begin gaat niet vanzelf. Terwijl Suze Groeneweg in de Tweede Kamer kwam richtte in Groningen een groep jonge kunstenaars De Ploeg op. Zij deden dit vanwege een gebrek aan ruimte om te exposeren en zich te ontwikkelen. Nog steeds hebben nieuwe makers vaak nauwelijks geld en ruimte is schaars. Ook dat is geen natuurgegeven. Ook dit is een emancipatiestrijd.
Ruim 100 jaar later geven we mede met de bewezen talentregeling antwoord op De Ploeg. We geven nieuwe makers meer ruimte om zichzelf te ontwikkelen, een professionele organisatie op te bouwen en grotere projecten aan te gaan. Maar na twee jaar ondersteuning zijn de spelregels veranderd en kunnen makers die de afgelopen twee jaar onze ondersteuning hebben gehad de regeling opeens niet meer opnieuw aanvragen. Na lastige coronajaren zijn de gevolgen hiervan groot, zoals onzekerheid over het kunnen betalen van huur of een fatsoenlijk loon, onzekerheden van veel nieuwe makers.
Daarom wil de PvdA dat er een oplossing komt voor de jonge talentvolle makers van kunst en cultuur die gebaat zouden zijn bij ondersteuning, maar voor wie nu geen ondersteuning meer is vanuit de bewezen talentregeling. Daarnaast moeten we ons beleid evalueren en verbeteren, door samen met het veld te onderzoeken hoe we meer ruimte voor nieuw talent kunnen creëren, en daarom dienen wij vandaag de motie Maak het makers mogelijk in.
En daarmee, en ik ga afronden voorzitter, daarmee heeft dit raadslid haar eerste stappen gezet. Ogenschijnlijk kleine stappen, voor een ogenschijnlijk kleine groep kunstenaars. Maar zoals ik al zei, de emancipatiestrijd zit hem in de kleine dingen. In het kleine kamertje, in een klein begin.