Notitie Basisinkomen
“Jongen, wat wil jij later worden? Ik wil later een basisinkomen krijgen papa!”
Inleiding
Nu het congres van de PvdA heeft besloten om onderzoek te doen naar de invoering van een basisinkomen en ook bij andere politieke partijen in de stad zoals D66 en Groen Links de discussie over dit onderwerp speelt, wordt het tijd dat ook de stadse fractie van onze partij haar licht laat schijnen over het fenomeen basisinkomen.
Het onvoorwaardelijke basisinkomen geldt voor iedere volwassene. Man en vrouw, arm en rijk, werk of geen werk, ziek of niet ziek, iedere inwoner heeft recht op dit inkomen.
Een gevolg van het basisinkomen is onder meer dat je de woon- en zorgtoeslagen kan afschaffen, dat je geen bijstandsuitkeringen meer hoeft te verstrekken en dat de bureaucratie bij de uitkeringsinstanties drastisch afneemt.
Argumenten voorstanders basisinkomen
Argumenten om het basisinkomen in te voeren zijn er in overvloed. Het bestrijdt de armoede, het bevordert de kleinschaligheid en het is rechtvaardig omdat door de toenemende automatisering er toch minder banen, vooral aan de onderkant van de arbeidsmarkt, komen. Het argument dat er in de toekomst toch niet genoeg banen zijn plus het feit dat mensen met een uitkering dan niet meer gecontroleerd worden, zijn de grote pluspunten die door de voorstanders van het basisinkomen naar voren worden gebracht.
Het lijkt allemaal prachtig. Iedereen heeft de vrijheid om naast dat basisinkomen nog heel veel, een beetje of helemaal niet te werken. Verder kunnen mensen ook kiezen om vrijwilligerswerk te doen of een tijd helemaal niets te doen.
Nuancering en onze kijk op werkgelegenheid
Enige nuancering inzake het invoeren van het basisinkomen lijkt ons op zijn plaats. Allereerst de financiële haalbaarheid. In Nederland hebben wij natuurlijk al een soort basisinkomen en dat is de AOW. Onlangs is de leeftijdsgrens van de AOW verhoogd naar 67 jaar. Een van de belangrijkste redenen was dat door de toenemende vergrijzing de AOW onbetaalbaar zou worden bij ongewijzigd beleid. Als er een basisinkomen komt voor iedereen boven de 18 jaar dan lijkt dat dus financieel onmogelijk.
Een ander argument om de AOW leeftijd te verhogen was het feit dat in 2008 er een grote krapte heerste op de arbeidsmarkt en dat de toenmalige regering verwachtte dat ook mensen boven de 65 nodig zouden zijn voor het arbeidsproces. Niet alleen de AOW leeftijd steeg maar ook de ‘VUT’ werd afgeschaft waardoor werknemers vaak pas jaren later dan gepland met pensioen gaan. Door de economische crisis is alles anders gelopen en hebben we nu te maken met een hoge werkloosheid. Echter de economie trekt weer aan en de naoorlogse generatie gaat straks toch massaal met pensioen. Er komt weer spanning op de arbeidsmarkt en de komende tientallen jaren zal de vraag onder meer groot zijn naar technisch personeel op MBO niveau.
Verder vinden wij het heel elitair en niet sociaal om voor een bepaalde groep, de lager opgeleiden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt , te bepalen dat door de toenemende automatisering en digitalisering betaald werk voor hen geen optie meer is. Zonder uitzondering wil bijna iedere inwoner van onze stad betaald werk verrichten want werk zorgt voor bestaanszekerheid, regelmaat, zelfrespect, erkenning, zelfvertrouwen en contacten. Wij vinden dat iedereen die wil werken ook de mogelijkheid moet krijgen om dat te doen. Indachtig de uitgangspunten van de sociaal democratie dient de bestaande arbeid verdeeld te worden onder alle mensen in de stad. Wij gaan er van uit dat er in de toekomst genoeg banen zijn voor iedereen maar anders moet de absolute uitdaging daar in liggen om het bestaande werk te verdelen. Onder andere jobcarving is ook een prima instrument om dat te bevorderen.
Er zijn inwoners in onze stad die het niet gegeven is om betaald werk te verrichten. Door vaak psychische en/of lichamelijke klachten hebben zij een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Deze groep wordt gedeeltelijk wel gedwongen om te solliciteren naar betaalde arbeid terwijl dat toch vaak niets oplevert. Onze fractie kiest er voor om binnen de wettelijke mogelijkheden deze groep zo min mogelijk te controleren en meer te stimuleren om vrijwilligerswerk in wat voor vorm te gaan doen. Voor deze mensen creëren wij dan toch een soort basisinkomen. Minder controle levert ook op dat mensen zich meer volwaardige inwoners van deze stad gaan voelen.
Verder is het vaak heel moeilijk om vanuit de bijstand in een keer een structurele betaalde baan te verwerven. Vaak gaat dat stapje voor stapje. Wellicht helpt het om net als vroeger bijstandsgerechtigden een deel van hun uitkering te laten houden indien zij (weer) bezig zijn om volledig deel te nemen aan het arbeidsproces. Het college stelt zo’n experiment voor. Wij kunnen dat alleen maar ondersteunen. Echter zogenoemde sociale ondernemingen structureel financieel steunen met bijstandsgeld kan niet op bijval van onze kant rekenen. Dan gaat onze voorkeur er veel eerder naar uit om de gesubsidieerde arbeid weer in te voeren waardoor je gericht mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt een passende baan kan geven.
De Partij van de Arbeid heeft een dure plicht om er voor te zorgen dat betaald werk de norm is in onze stad. Onze fractie heeft vertrouwen in de traditionele economie en wij staan achter de meerderheid van onze inwoners die gewoon een vaste baan bij een werkgever wil. Daar is namelijk niks mis mee. Natuurlijk staan wij ook open voor nieuwe ontwikkelingen en die zullen wij ook daar waar mogelijk ondersteunen. Alle vormen van betaald werk zijn van belang voor onze partij. Een tweedeling in onze stadse samenleving waarbij het IQ bepaalt of je wel of geen betaald werk gaat doen verwerpen wij ten zeerste. Onze fractie zal zich altijd en overal inzetten om onze inwoners betaald aan de slag te krijgen en om de werkgelegenheid die daar voor nodig is naar de stad te halen.
Onze fractie is gezien bovenstaande tegen de invoering van een onvoorwaardelijk basisinkomen. Evenwel voor die mensen die het niet gegeven is betaald werk te verrichten is een vorm van een basisinkomen toe te juichen evenals voor die bijstandsgerechtigden die bezig zijn de stap naar het reguliere arbeidsproces te maken maar nog te weinig inkomen genereren om geheel uit de uitkering te geraken.
Jan Pieter Loopstra
Gemeenteraadslid PvdA Groningen