Ombudsteam ouderwets en overbodig?
“Ook al zijn wij hier alleen maar om drie mensen te helpen. Dan hebben we wel iets bereikt.”
TEKST EN FOTOS: RIKKERT VELTMAN
Elke eerste zaterdag van de maand komt een groep vrijwillige PvdA’ers bij elkaar in ‘Ons Pand’ aan de Haddingestraat in de stad om mensen bij te staan. Iedereen, lid of geen lid kan binnenlopen met vragen of problemen met overheidsinstanties. Alle hulp is kosteloos. Toch is het doorgaans niet druk. Ook de telefoonlijn waar mensen hun vragen kunnen inspreken blijft stil. Hoe kan dat? Mariette Zomer was vijf jaar lid van het team en Sebastian Bouma zit nu bij het team.
Het is een echte PvdA-traditie om door middel van een ombudsteam inwoners bij te staan die vragen of problemen met overheidsinstanties hebben. Iedereen is welkom, ook als je geen lid bent van de partij. Zit je met een vraag of probleem bij bijvoorbeeld de belastingdienst, DUO, de gemeente of Rijksoverheid en je komt er niet uit, dan zitten er elke maand op het PvdA-pand mensen klaar die je tijdens het inloopspreekuur verder kunnen helpen. De partij heeft een groot netwerk met kennis over wet- en regelgeving en als het nodig is wordt de Raadsfractie of de Tweede Kamerfractie ingeschakeld.
Mariette Zomer en Sebastian Bouma schelen ruim 40 jaar in leeftijd. Naast het feit dat ze beiden actief zijn, of zijn geweest voor het ombudsteam, hebben ze verrassend veel andere raakvlakken. Zo werden ze beiden geboren in het Oost-Groningse Musselkanaal, bezochten daar dezelfde middelbare school en worstelden beiden met het gevoel dat ze anders waren dan de meesten in de streek.
Rood in Oost-Groningen
Mariette groeide op in een echt arbeidersgezin. Haar vader was zijn hele leven fabrieksarbeider in de Aardappelmeelfabriek ‘De Twee Provinciën’. Ze las veel, kreeg op verjaardagen vaak een boek, maar kon met leeftijdsgenoten niet echt praten over haar dromen om te studeren aan een universiteit. “Ik dacht, dat is voor mij niet weggelegd en dat kan ik mijn ouders niet aandoen”. Haar ambitie werd door haar omgeving ook niet gestimuleerd.
Tot ze na haar eindexamen op vakantie ging naar een jeugdherberg die werd gerund door studenten uit Nijmegen. Zij praatten op haar in en wisten haar te overtuigen om toch de stap te zetten naar de universiteit. Toen ze thuiskwam en het haar ouders vertelde, was ze dolblij dat zij haar droom niet tegenhielden.
Ze ging psychologie studeren in Nijmegen en begon zich meer en meer te interesseren voor revolutionaire literatuur. En nog steeds heeft ze werken van Lenin, Marx en de socialistische studentenleider Rudi Dutschke in haar boekenkast. Ze herinnert zich vooral de doorwrochte betogen van politici uit die tijd. Ze was onder de indruk van toespraken van Joop den Uyl bij partijbijeenkomsten in hotel Krasnapolsky. Ze stemde op de PSP, maar sinds het opheffen van die partij in 1990 voelde ze zich thuis bij de PvdA.
Na haar studie ging ze werken bij het RIAGG Amstelland waar ze directeur hulpverlening werd. Ze woonde vijf jaar in Amsterdam maar keerde terug naar Nijmegen waar ze directeur behandeling en beveiliging werd in TBS-instelling De Pompekliniek.
Haar politieke interesse blijft vanwege de invloed van politiek op de strafrechtwetgeving. Ze raakte bevangen door het strafrecht. Hoe een rechter tot een uitspraak komt, was een vraag die haar ertoe deed besluiten op haar 52e een studie rechten te beginnen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze bleef als juridisch medewerker tot haar pensioen werken aan het gerechtshof in Leeuwarden. Graag was ze nog rechter geworden, maar dat zat er vanwege haar leeftijd niet meer in.
Ook Sebastian groeide op in Oost-Groningen en zijn politieke overtuiging kreeg vorm door de ongelijkheid tussen dorpen en zelfs straten. Het AZC in Ter Apel was vlakbij. Hij was het niet eens met het negatief sentiment over de opvanglocatie.
Zijn beide ouders zijn docent en stemmen D’66. Sebastian was ook een jaar lid van die partij, maar toen die partij in de Tweede Kamer stemde voor het afschaffen van het raadgevend referendum zegde hij zijn lidmaatschap op. In het vijfde jaar van zijn VWO kwam hij in contact met de Partij van de Arbeid. De afdeling in Stadskanaal was op zoek naar een fractiemedewerker. Hij pakte die kans met beide handen aan. In zijn omgeving was hij de enige die überhaupt politiek geïnteresseerd is.
Het beeld dat Mariette schetst dat er in de regio Oost-Groningen niet van je verwacht wordt dat je een droom najaagt of dat je ambitie hebt, herkent hij wel. “Er heerst in Oost-Groningen een mentaliteit van je kop niet boven het maaiveld uitsteken. Je moet niet opvallen. Vooral niet bijzonder zijn.”
Hij gaat in Groningen Minderheden en Meertaligheid studeren en wordt bestuurslid van de PvdA van het Gewest. Ook stelt hij zich kandidaat voor de gemeenteraadsverkiezingen in Groningen. Met de 18e plek op de lijst komt hij niet in de raad. Toch wil hij iets doen en meldt zich aan voor het ombudsteam.
Drempels
Aan gedrevenheid om iemand te helpen die er zelf niet uit komt geen gebrek. Mariette en Sebastian wijzen een aantal oorzaken aan waarom mensen de weg naar het ombudsteam steeds minder weten te vinden. Volgens Mariette is de aard van de problemen door de afgelopen jaren niet zozeer veranderd, maar voelen mensen misschien een drempel om hulp te vragen doordat het ombudsteam verbonden is aan een politieke partij.
Sebastian denkt dat mensen sowieso minder vertrouwen hebben in de politiek. “Mensen zijn minder snel lid van een partij, en hebben ook minder met politieke partijen” Daarnaast denkt hij dat mensen steeds meer vertrouwd raken met het internet. “Veel problemen zijn online op te lossen, daardoor wordt de groep die bij het ombudsteam aanklopt ook kleiner”
Mariette zet daar tegenover dat ze het idee heeft dat er nog steeds heel veel mensen vastlopen in hun contacten met overheidsinstanties. Juist omdat de overheid zo op afstand is komen te staan. “Instanties zijn niet meer gewend om mensen aan het loket te krijgen, dat is ook bewust ontmoedigd”. Ze herinnert zich een casus waarbij iemand een probleem had bij de belastingdienst. Contact per email of website was op den duur niet meer toereikend om tot een oplossing te komen. Uiteindelijk lukte het haar om een persoonlijke afspraak te maken met een medewerker. Volgens haar zijn er zo nog steeds veel mensen die op dat soort dingen stuk lopen en kun je als ombudsteam heel goed werk doen.
Mariette vindt dat de raadsleden van de PvdA-fractie ook een belangrijke rol hebben als het gaat om mensen richting het ombudsteam bewegen. Ze vindt dat fractieleden zichtbaar en toegankelijk moeten zijn voor inwoners. Ze ziet de fractieleden als het gezicht van de partij in Groningen en daarmee ook het eerste aanspreekpunt.
Het ombudswerk blijft ondanks het teruglopen van het aantal ‘klanten’ zoals ze het noemen volgens beiden zeer de moeite waard. Mariette: “Ik ben met een aantal zaken enorm intensief bezig geweest. Dat kostte ontzettend veel vrije tijd. Soms wel een paar dagen in de week. Meestal zijn het behoorlijk ingewikkelde zaken. Maar het was altijd ontzettend bevredigend om iemand te kunnen helpen.” Sebastian is het daar mee eens. “Ook al zijn wij hier alleen maar om drie mensen te helpen. Dan hebben we wel iets bereikt. Ik zie het alsnog als een waardevol iets.”
Klik hier om in contact te komen met het ombudsteam.