Reacties op nieuwe inrichting van de Binnenstad
Begin 2016 stelt de gemeenteraad het plan voor een nieuwe bestemming van de Binnenstad vast. Op vrijdag (15 januari 2016) hield de PvdA een bijeenkomst over deze plannen. Aan zowel wethouder Roeland van der Schaaf als aan raadslid Sebastiaan Ruddijs werd duidelijk gemaakt hoe verschillende gebruikers van de Binnenstad over deze plannen denken.
Waar gaat het College van uit?
De basis is een sterke Binnenstad voor iedereen. De Stad zal groeien naar 225.000 inwoners en de openbare ruimte moet beter benut worden. De Binnenstad moet een podium worden voor de kenniseconomie en de beleving van de bezoeker staat centraal. Er is meer vraag naar wonen in de binnenstad door verschillende groepen en dat vereist maatwerk. De bereikbaarheid moet blijven door ruimte voor fietsers, voetgangers, nieuwe busroutes, taxi’s, WMO-vervoer, auto’s, transport en logistiek. De Binnenstad moet ook toegankelijk zijn voor ouderen, anders mobielen door minder gevaarlijke oversteekpunten. Deze plannen zijn door wethouder Roeland van der Schaaf zijn toegelicht.
Enkele reacties
1. Gesprekken met gebruikers van de Binnenstad (Jaap Klijn)
2. Het consumentenplatform openbaarvervoer Groningen (Sjak Rijploeg)
3. Over de Binnenstad en de Zuidelijke Ringweg (Klaas Swaak)
1. Gesprekken met gebruikers van de Binnenstad
Vanuit de werkgroep VROEM is een groepje geformeerd dat enthousiast was om de concept Binnenstadsvisie nader te bestuderen. De belangrijkste doelen van de groep zijn om het onderwerp verder uit te zoeken en de mening van betrokkenen (burgers, winkeliers e.d.) te peilen over de concept Binnenstadsvisie. Ook is er van mening gewisseld met de fractie en is er gesproken met het OV bureau om feiten van fictie te scheiden. Deze laatsten mogen als ambtenaren natuurlijk geen standpunt innemen.
Uitgangspunt is dat de binnenstad er voor iedereen is en toegankelijk voor iedereen moet zijn. Een belangrijk deel van de visie is dat de hoeveelheid openbare ruimte in de binnenstad moet groeien om de verwachte groei van de stad en het veranderen van het gebruik van de binnenstad te kunnen accommoderen. Hier is natuurlijk het levendig en vitaal houden van het winkelgebied een belangrijk onderwerp, maar ook de opkomst van recreatie in de binnenstad. Door verschillende omstandigheden hebben we helaas weinig input op kunnen halen bij bewoners.
Bij de winkeliers hebben we wel redelijk veel input op kunnen halen. Zowel winkeliers uit de Binnenstad Oost als West zijn niet rauwig voor het verdwijnen van de bus uit hun deel van het centrum. Ze verwachten een prettiger sfeer in de straten. Met name voor de Gelkingestraat is dit ook wel een zeer billijk standpunt. Hier zijn de bussen ook wel erg groot in verhouding tot de straat. Een groot probleem is echter wel dat de afstand vanaf de bushalte flink zal vergroten ten opzichte van de huidige haltes aan het A-Kerkhof en de Grote Markt. Daarmee komt een heel groot gebied in de binnenstad zonder OV te zitten. Aanvullend kleinschalig vervoer lijkt niet de oplossing te zijn. In andere steden, zoals Den Bosch en Zwolle, is dit type vervoer reeds na enkele jaren stopgezet vanwege hoge kosten en weinig passagiers. Dit zou neigen naar de conclusie er dus kennelijk ook geen behoefte aan zou zijn, maar die is waarschijnlijk onjuist. Een aannemelijker verklaring is dat een reis per bus dusdanig onaantrekkelijk wordt als men vlak voor het centrum moet overstappen naar een andere bus, dat men er dan maar vanaf ziet. Dit is nou juist het tegenovergestelde van wat de Binnenstadsvisie wil bereiken. In dat kader is de afname van 40% van de reizigers van lijn 6 op het deel Hoornsemeer – Hoofstation nu lijn 6 niet meer verder gaat naar de Grote Markt een veeg teken aan de wand. Een interessante optie zou kunnen zijn om een busverbinding vanaf de Plantsoenbrug over de Noorderhaven richting het Boterdiep te leggen (en vice versa). Hiermee wordt dan de witte vlek op het OV gebied in het centrum precies doorsneden.
De werkgroep komt dan ook tot de voorlopige conclusie, de bus wel uit de Gelkingestraat moet verdwijnen, maar niet van de Grote Markt. In noord-zuidrichting zou een route via de Sint Jansstraat een goed alternatief zijn. Van zuid naar noord kan hij dan via de Oosterstraat blijven rijden. Het voorgestelde alternatief aan de westzijde van de binnenstad is ook niet acceptabel, vanwege grote toename van de afstand tot de bushalte en de langere route naar het Zuiderdiep en het station. Interessanter is echter het standpunt dat de afdeling zal gaan innemen en aan haar laten we graag het definitieve oordeel.
2. Het consumentenplatform Openbaar Vervoer
Ooit wilde men in Groningen graag een beter openbaar vervoer wat voor iedereen zou zijn en wat de belangrijkste bestemmingen van de stad rechtstreeks of met een enkele snelle overstap bereikbaar maakte voor de wijken en de plaatsen van Groningen en noord Drenthe. Ze noemden het een regiotram en het is uiteindelijk vastgelopen op oorzaken die hier nu niet aan de orde zijn.
Maar het idee van een goed netwerk van ov was, dachten we, nog niet weg.
Toen kwam er een gemeentebestuur dat een hekel had aan bussen, vooral als ze op één van de belangrijkste punten van de regio – de Grote Markt – komen.
Welke gevolgen dat plan heeft voor het hele systeem en de toekomst daarvan is geen onderwerp meer in de nota over de binnenstad.
Het kennisniveau van het college en de ambtenaren die het voorbereiden wekt ook niet bepaald de indruk dat ze zich goed in de materie hebben verdiept. Eén van de wethouders sprak zelfs nog over de zones waardoor het omrijden niet duurder zou worden. Dat de strippenkaart en de zones al jaren niet meer bestaan was niet op het stadhuis doorgedrongen.
De ruimte structurerende werking van gegarandeerd ov in een voor vele jaren vastgelegd systeem (zoals dat met de tram als haast vanzelf zou zijn ontstaan – komt in de huidige plannen niet eens aan de orde. Met andere woorden, de structurerende werking is uit het doel van beleid verdwenen. Populair gezegd, heeft het college geen mening, ze rommelen wat achter de ontwikkelingen aan, in plaats die ontwikkelingen langs democratische weg richting te geven.
De argumenten om de bus de binnenstad uit te werken worden dan ook maar wat bij elkaar gesprokkeld. Zo wordt gesteld dat er van het grote aantal mensen dat op de grote Markt uitstapt, maar 1% ook op ons beroemdste plein hoeft te zijn. In die lijn kunnen we nog wat verwachten, bijvoorbeeld: van de mensen die hun auto parkeren op de Ossenmarkt, hoeft haast niemand op de Ossenmarkt te zijn, dus het college kan zomaar voorstellen die garage dan maar te sluiten. Of het station. Dagelijks stappen daar vele duizenden mensen in en trein en bus. Bijna niemand hoeft echter op het station te zijn, maar stapt over of gaat en komt. Nou vult u zelf verder maar in.
De buslijn van Corpus is vorig jaar omgelegd en gaat niet meer via de Grote Markt, gevolg is een daling van het reizigersaantal van 40%. Het college negeert dat zonder argumenten. Van het Kasteel aan de Westersingel, tot het Paleis aan het Boterdiep; van het Zuiderdiep tot in de Oranjewijk, wordt straks waarschijnlijk het grootste dichtbebouwde stadsdeel van Nederland waar geen openbaar vervoer komt. Een puntje waar Groningen mee op een ranglijst kan scoren?
Toch zouden er best kansen kunnen liggen. De Gelkingestraat is niet echt geschikt voor zoveel bussen. In het voorjaar gaat lijn 11 al niet meer langs de Markt, wat op drukke tijden 12 bussen per uur scheelt. Er is nog best een slimme doorkoppeling te bedenken die het aantal met nog eens 8 per uur beperkt.
Er komt over 4 jaar een nieuwe aanbesteding en daarin zou de stad de eis kunnen stellen dat er binnen vijf jaar in de binnenstad nog uitsluitend elektrische bussen mogen komen en enkele jaren later zou dat voor de hele stad kunnen gaan gelden. Of de stroom via accu’s, waterstof, mierzuur of wat dan ook komt is niet van belang. Ook zouden de bussen best iets smaller kunnen en de spiegels kunnen tegen die tijd ook wel vervangen worden door camera’s. We zouden oude en nieuwe kennis met elkaar kunnen verbinden, we zouden de vindingrijkheid van de Groningers kunnen gebruiken voor een schone Pronkjuaail ien ain golden raand, een stad die voor iedereen bereikbaar is, die gezond is en een stad waar ook het ov echt in 2035 CO2-neutraal is.
3. Over de Binnenstad en de Zuidelijke ringweg
De aanleiding om jullie te schrijven zijn twee artikelen in het Dagblad van het Noorden over de Binnenstad en de Zuidelijke Ringweg. Eerst wat betreft de plannen voor de Binnenstad. Op de laatste vrijdagbijeenkomst heb ik aangegeven dat er te veel functies in en nabij de Binnenstad bijeengebracht worden en dat geprobeerd wordt het onverzoenlijke met elkaar te verzoenen.
Van het Structuurplan 1987 was het doel de publieke functie van de Binnenstad te versterken door onder meer de rechtbank, het museum, het UMCG, het provinciebestuur, de bibliotheek er een plek te geven en door de openbare ruimte opnieuw in te richten. Vanuit dit jarenlang volgehouden beleid is het volstrekt onbegrijpelijk dat een Stadkantoor op een bedrijventerrein is gevestigd – over de afstand
tussen bestuur en burger gesproken – de plannen voor een nieuwe oostkant van de Markt of invulling van de ABNAMRO-locatie aan de noordkant biedt ruimte genoeg voor herhuisvesting van het Stadkantoor aan de Grote Markt – zeker als V&D het loodje legt.
Ik stelde voorts dat de universiteit een te grote plaats in de Binnenstad inneemt evenals de studentenhuisvesting.
In plaats van in China zou de RuG beter kunnen investeren in een verhuizing van het Harmoniecomplex naar het terrein van de suikerfabriek; een campus daarbij zou de huisvestings- en de (fiets)verkeersdruk in de Binnenstad aanzienlijk verlichten. De verruiming van het voetgangersgebied – ten koste van de ruimte voor openbaar vervoer – heeft als doel de middenstand meer kansen te geven terwijl die aan een transformatie onderhevig is waarvan de effecten niet te overzien zijn. Zaken die floreren zitten in het laagste segment van de markt en spelen in op de beperkte koopkracht van de Groninger bevolking. Het middensegment van de markt (De Bijenkorf – reeds vertrokken, Hema, Blokker, V&D, Xenos, DA) wordt in hun voortbestaan bedreigd en kleinere ondernemingen uit het hogere segment leggen met enige regelmaat het loodje. De invloed van teleshopping is onmiskenbaar.
Er is sprake van overbewinkeling in de gehele gemeente. Wijkwinkelcentra en het winkelareaal van de Binnenstad zijn op zich toereikend. De vraag is hoe levensvatbaar de bewinkeling is in alle tussenliggende straten waar Nieuwe voor staat….
Wat onstuitbaar lijkt is de opmars van de horeca met een uitzonderlijk gestegen beslag van terrassen op de openbare ruimte – gratis zitten ontbreekt vrijwel. Je breekt op sommige plekken in de Binnenstad je nek niet alleen over de fietsen maar ook over de terrasstoelen. De bereikbaarheid van de Binnenstad wordt beperkt voor wie is aangewezen is op het openbaar vervoer en dat zijn met name de inwoners uit de stad en de naaste omgeving.
In de plannen voor het openbaar vervoer wordt te weinig rekening gehouden met de bereikbaarheid van de belangrijkste publieke en private functies. Men denke aan het Forum, Vrijdag/muziekschool, Grand Theater, de horeca en het kernwinkelgebied.
Dan de Zuidelijke Ringweg. Het wordt een hoofdpijndossier voor het Stadhuis lees ik.
Voor de zuidelijke stadswijken is het al tijden een hoofdpijndossier. Van meet af aan is er in het zuiden van de stad kritiek op de plannen geweest en al die jaren is die niet weggenomen, integendeel: die is alleen maar toegenomen. De kern van de kritiek is dat een weg die voor tachtig procent gebruikt wordt door bestemmingsverkeer veranderd wordt in een weg voor doorgaand verkeer. De nadelen van die verandering komen terecht in de aanliggende buurten en raken de automobilist die in de stad een bestemming zoekt. Voor de buurten betekent het verkeersellende; afgeleide problemen voor de gezondheid en de veiligheid zijn hun deel; voor de automobilist ontstaan files op de aan- en afvoerwegen naar de ringweg. Het lijkt bovendien alsof de samenhang tussen rijden en parkeren zoek is. Als de Binnenstad autoluwer wordt gemaakt, door bijvoorbeeld de parkeergarage in de Haddingestraat te bestemmen voor bewonersparkeren en voor een grote fietsenstalling zal de parkeerdruk zich verplaatsen naar de aanliggende wijken. Het houdt een veel sterker regulerend parkeersysteem buiten de Binnenstad in – zoals in sommige wijken al het geval is. Forensen parkeren – met uitzondering van de gratis P+R-gebieden – waar dan ook in gemeentelijk gebied gaat (meer) geld kosten (waarbij als compensatie gratis parkeren op zaterdagen en zondagen zou kunnen worden overwogen.).
Bij dit alles laat ik de rol van het openbaar vervoer en het fietsverkeer nog buiten beschouwing. De reactie van de plannenmakers op de critici van de ringweg is dat de communicatie niet deugde. Het had van meet af aan beter uitgelegd moeten worden. Ja, ja! Het moet nog beter uitgelegd worden. Ja, ja! Misschien wel door andere uitleggers… ook dat nog.
Ja, ja, de burgers als sukkels die het niet begrepen en het nog steeds niet begrijpen! Hoe dom kun je je burgers behandelen! Het gaat om een verschil van opvatting over het gehele verkeersstelsel! Zo lang dat verschil van opvatting niet op tafel komt blijven de wijken uit het zuiden van de stad zich verzetten. Stadhuis, kom met een (integraal verkeers)verhaal en laat de verkooppraatjes met altijd zonnige prentjes achterwege!
Namens de Pandgroep PvdA
E-mail: [email protected]