14 februari 2017

Valentijnswens

Vandaag kwam ons Kamerlid Henk Nijboer met zijn Valentijnswens. Een prachtige oproep om te werken aan een nog fijner, toleranter en liefdevoller land. Want ja, we zíjn een tolerant land, een voorbeeld voor veel andere landen. Maar nog altijd worstelen veel jongeren met hun seksualiteit en dát gaat ons allemaal aan.

Krista Boogaard – Woordvoerder diversiteit

Als ik Henk zijn Valentijnswens lees dan denk ik aan mijn kinderen. Nu nog zo klein, maar zullen zij straks – over een jaar of tien – ook nog zo’n strijd moeten leveren zoals Henk, zoals de jongeren van nu, om uit te durven spreken wie ze zijn? Ik denk dan aan mijn zoon, nu nog maar drie jaar oud. Een leeftijd waarop je nog volledig je zelf bent, maar waar heel langzaam de mening van de buitenwereld begint binnen te sijpelen.

Mijn zoon heeft roze handschoenen. Hij heeft ze zelf uitgekozen, want roze is zijn lievelingskleur. Laatst op de kinderboerderij troffen we een moeder. Ook met zoon en dochter. Ze verontschuldigde zich, want haar zoon had een jurk aan: sinds haar dochter jurken droeg, wilde hij dat ook. Op een rustige ochtend op de kinderboerderij mocht dat dan soms. Ik haalde mijn schouders op: dat doet de mijne ook hoor. Waarop mijn zoon aanvulde: “alleen roze, want roze is mijn lievelingskleur”. En dat komt overigens uitstekend uit, want door Elsa de ijsprinses willen de meiden op de opvang het liefst de blauwe jurken aan.

Sinds hij deze handschoenen heeft is het geen strijd meer om handschoenen aan te doen, want hij heeft nu ‘super mooie roze handschoenen’. En ik? Mij zal het worst wezen, zolang hij maar warme handen heeft. Maar mensen grinniken erom. Een familielid zei ‘dat komt vast wel weer goed, het is een echte jongen’. Goed? Dat impliceert dat er iets mis is. En dat is precies de kern van Henk zijn Valentijnswens.

Mijn zoon is drie. We gaan het nog lang niet hebben over zijn seksualiteit. Maar het is aan ons om ervoor te zorgen dat hij en zijn leeftijdsgenootjes zich daar niet druk over hoeven te maken als ze straks in de pubertijd zitten. Het is aan ons om ervoor te zorgen dat we dan niet alleen zéggen dat het prima is, maar het ook vinden. Ook als het dichtbij komt.

Als mijn zoon later met een jongen thuiskomt, of mijn dochter met een meisje, zullen ze net zo welkom zijn en mijn kinderen mij even lief. Maar toch roept het zorgen op. Zorgen vanwege het verhaal van Henk, van een strijd die zij met zichzelf aan moeten gaan, een strijd die ik niet zelf heb hoeven voeren, die ik alleen van de zijlijn ken. Hoe zorgen we ervoor dat onze kinderen klaar zijn om die strijd te leveren of beter gezegd, die strijd niet hoeven te leveren. Of het nu voor henzelf is of voor hun vrienden of vriendinnen.

Er zijn nog zoveel dingen die beter moeten, ook in ons geëmancipeerde tolerante land: van de klas tot de kroeg, van het stichten van een gezin tot een veilige oude dag. Werk voor ons hier in de Stad en werk voor Henk in Den Haag.

Ik denk vandaag aan alle jongens en meisjes die hun valentijnskaart durfde te versturen, of nog nét niet. En beloof hen dat ook ik mijn best zal doen om Henk zijn Valentijnswens in vervulling te laten gaan.